Verslag Meedenkgroep Tabaksteeg-Zuid 22 oktober 2024
- Aanvang: 19.00 uur
- Locatie: Huis van Leusden
- Aanwezig: Gemeente Leusden (Wim Vos, Evelien van Assenbergh, Bert van Eijken, Sjoerd van Telgen), IMOSS (Serge Vonk, Jeannette Schreurs), Goudappel (Bas Alferink, Annemiek van Loon), Heijmans (Stijn Tholhuijsen), Schoonderbeek (Edwin Schoonderbeek), 11 belanghebbenden
- Notulist: Annemieke Jense
Introductie
Sjoerd van Telgen, projectleider, heet iedereen welkom. Na een korte voorstelronde licht Van Telgen het programma van de avond toe.
Na een plenair deel splitst de groep belanghebbenden zich op in twee subgroepen. Een groep gaat zich buigen over de thema’s groen, water en natuur, en de andere groep richt zich op verkeer en recreatie. Na enige tijd worden de groepen gewisseld, zodat alle belanghebbenden zich met beide thema’s bezighouden. Na afloop wordt de input plenair gedeeld.
Er zijn twee bijeenkomsten gepland voor de Meedenkgroep. Vanavond worden de hoofdlijnen van het stedenbouwkundig plan besproken, de bijeenkomst van 19 november a.s. is gericht op de deelgebieden (de inrichting van de beoogde bouwgebieden). Momenteel wordt gewerkt aan het stedenbouwkundig plan, het streven is om in december een voorlopig plan gereed te hebben. Op dit moment lopen nog veel onderzoeken en vinden gesprekken plaats met diverse externe partijen. De input uit deze onderzoeken en gesprekken zullen in het stedenbouwkundig plan worden meegenomen. Door met een kleinere groep belanghebbenden, vanuit verschillende invalshoeken dieper op thema’s in te gaan, verwacht men extra input die kan worden meegenomen.
Van Telgen licht verder toe dat gewerkt wordt binnen de kaders en randvoorwaarden die eerder door de raad zijn vastgesteld. Dit is de leidraad. Gestreefd wordt naar een open en transparant gesprek, waarbij ideeën en aandachtspunten worden opgehaald.
Een van de aanwezigen vraagt wat het doel van de avond precies is en of de input van vanavond daadwerkelijk zal worden meegenomen. Als men het idee heeft dat de input (geheel) niet wordt meegenomen, zou dit tot frustratie kunnen leiden. Betreffende meedenker suggereert dat er wellicht slechts geparticipeerd wordt omdat het moet. Van Telgen licht toe dat het doel is om in dialoog de dilemma’s en aandachtspunten met belanghebbenden te bespreken vanuit verschillende belangen en invalshoeken. Getracht wordt om zoveel mogelijk input mee te nemen bij het uitwerken van het stedenbouwkundig plan. De 2 uiteindelijk te maken keuzes zullen altijd goed moeten worden onderbouwd. De Meedenkgroep is ondersteunend aan de participatie. Participatie vindt plaats met alle participanten; e.e.a. zoals gebeurde op de informatieavond van 26 september jl.. Participanten kunnen de gemeente ook altijd individueel benaderen (bijvoorbeeld via het bekende emailadres. Participatie behelst, net als in de voorgaande fase van het maken van kaders en randvoorwaarden, informeren en consulteren en niet het co-creëren. Participatie is bedoeld om alle zorgen, suggesties, en feitelijkheden boven tafel te krijgen, zodat keuzes, voorzien van alle afwegingen en argumenten, aan het college van burgemeester en wethouders, kunnen worden voorgelegd. Participatie zal wellicht niet leiden tot een ontwerp, waarin ieders wensen zijn vervuld, maar tot een ontwerp dat tot stand komt na afwegen van complete en juiste informatie.
In het kader van de transparantie zal het verslag van de avond worden gedeeld via de projectenpagina, zoals voorgaande verslagen.
Plantoelichting
Serge Vonk (IMOSS) licht toe dat de getoonde kaartjes nog niet breed gedeeld kunnen worden, omdat deze deel uitmaken van het ontwerpproces en in feite een momentopname zijn. Ze dienen ter bespreking en om de diverse opties inzichtelijk te maken.
Vanavond worden de verschillende opties voor verkeersontsluitingen besproken. Zaken die in de kaders en randvoorwaarden in tekst zijn opgenomen, worden op de kaartjes getoond. Het gaat hierbij zowel om autoverkeer als ov, fiets- en wandelverkeer. Ook de waterstructuur wordt besproken: wateroverlast moet zoveel mogelijk voorkomen worden, zowel in het nieuwe als in het bestaande gebied. Ook wordt gesproken over de (bestaande) groenstructuur, die van belang is voor de ecologie en de natuur in het gebied. In de kaders en randvoorwaarden is opgenomen dat de aansluiting op het omringende gebied een kwalitatief goede stedenbouwkundige aansluiting dient te zijn, waar, in een groen/rode zone, woningen en functies in lage dichtheden een plek kunnen krijgen. (minder woningen) in deze rand gepland zal worden. De exacte vorm en locatie van de witte plekken die op de getoonde kaartjes in randzones zijn ingetekend, zijn nu nog niet aan de orde. De vraag is wel hoe men het wonen hier voor zich ziet, denkend aan voetpaden, fietspaden, een parkomgeving, water, natuur, etc. Aan de zuidzijde (Arnhemseweg) grenst het gebied aan de N226, wat specifieke vraagstukken met zich meebrengt. Aan de oostzijde is een overgang naar landelijk gebied, waar een zachte overgang zou moeten worden gerealiseerd. Rekening houdend met de aanwezige cultuurhistorische structuren in het landschap, ontstaan er globaal drie gebieden (ontwikkelvelden). De vraag is hoe deze gebieden te ontsluiten en met elkaar te verbinden.
Jeannette Schreurs (IMOSS) neemt de aanwezigen mee in het ontstaan van het huidige landschap in het gebied. Het betreft een langgerekte strokenverkaveling met veel sloten. Deze sloten werden in het verleden aangebracht om gronden geschikt te maken voor landbouw. Ook de houtstructuren zijn hier een logisch gevolg van (ophoging en in gebruik name als bijv. kering en hakhoutgebied). Een waardevol landschap dat soms al meer dan 150 jaar oud is en waarvan gebruik kan worden gemaakt in de nieuwe wijk. Er wordt niet alleen gekeken naar de nieuwe wijk, maar tevens naar de bestaande wijken. Uiteindelijk ontstaat er een diversiteit aan woonmilieus en alles bij elkaar zorgt dit voor een gezonde leefomgeving.
Er is inmiddels een goed beeld van de bestaande kwaliteit, die als basis kan dienen voor de aansluiting op de ecologische verbindingszones. Het streven is om een robuuste 3 groenstructuur in het gebied te creëren, met optimale aansluiting op de bestaande structuren voor goede natuurwaarden, waterkwaliteit, wonen en recreatiemogelijkheden. De kernkwaliteit van het gebied zit in de groenblauwe structuren en een van de uitgangspunten is om deze waar mogelijk te behouden. Om een woonwijk te creëren in dit natte gebied, zijn de bestaande waterstructuren niet voldoende, er is meer nodig. Bepaalde sloten zouden verbreed kunnen worden voor een betere waterberging en ook het aanbrengen van natuurlijke oevers is een mogelijkheid. Voor waterberging zijn ook de geplande brede groene randen van belang. Hiermee wordt niet alleen de cultuurhistorie beschermd, maar wordt ook ruimte geboden aan water bij hevige regenval. Gestreefd wordt naar een klimaat robuuste structuur en een woonwijk die toekomstbestendig is.
Bas Alferink (Goudappel) licht de drie ontsluitingsvarianten, die momenteel worden onderzocht, toe. Van dit verkeerskundig onderzoek zijn nog geen (voorlopige) resultaten bekend. Deze opties richten zich alleen op het gemotoriseerd verkeer en input op de varianten is welkom. Daarnaast wil men graag de andere verkeersstromen bespreken, zoals ov routes, fiets- en wandelverbindingen en recreatieve routes.
Evelien van Assenbergh licht toe dat een wateradviesbureau is aangetrokken ter ondersteuning. Zij wil graag met de belanghebbenden delen welke gegevens zijn verzameld en tot welke voorlopige conclusies dit heeft geleid. De kennis van de streek zelf, vanuit de mensen die er wonen, is belangrijk om tot beter inzicht te komen. Het adviesbureau maakt een watertechnische onderlegger, om te komen tot een toekomstbestendig en klimaat robuust systeem; een behoorlijke opgave.
Hierna gaan de aanwezigen in twee groepen aan de slag.
Thema’s groen, water en natuur
Onderstaande input wordt gegeven:
- Een van de belanghebbenden heeft een schets ingediend waarin is voorgesteld om een parkachtige omgeving te creëren in het gebied tussen de nieuwe bebouwing en het bestaande deel. Hiermee zou een betere verbinding kunnen worden bereikt, een overgangszone om elkaar te ontmoeten. Kijkend naar Tabaksteeg en Leusden-Zuid: dit wordt vaak gezien als twee aparte wijken. Door hier een verbinding aan te brengen en gelegenheid om elkaar te ontmoeten, zou dit voorkomen kunnen worden.
- Beaamd wordt dat het gebied de potentie heeft om hierin een rol te spelen, maar er ligt wel een woonprogramma waar invulling aan gegeven dient te worden. De intentie bestaat om de bestaande fietsroute verder door te trekken voor een betere verbinding tussen meerdere wijken.
- Het bestaande bosje (volgens aanwezige belanghebbenden beschermd gebied), zou eventueel uitgebreid kunnen worden.
- Veel mensen wandelen (vaak rond lunchtijd) langs de Tabaksteegwijk.
- Verwezen wordt naar het zgn. grijze water (naast de afvoer van riool- en regenwater) en hierbij wordt het idee geopperd om voor de woningen een voorziening aan te brengen waarbij regenwater wordt opgevangen, opgeslagen en gebruikt om bijvoorbeeld het toilet door te spoelen en de tuin te besproeien. Toegelicht wordt dat een robuust watersysteem de basis moet vormen. In een later stadium kan eventueel overwogen worden om dergelijke kleinere maatregelen te nemen, mits dit niet voor andere waterproblemen zorgt. 4
- Zorgen worden geuit over de huidige waterproblemen in het gebied. Hiervoor is zeker aandacht en gedacht wordt aan een combinatie van natuurlijke middelen voor waterberging (bestaande structuren die waar nodig kunnen worden verbeterd), eventueel aangevuld met technische middelen. •
- Opgemerkt wordt dat ook aan de oostelijke kant enige aandacht voor groen dient te zijn. Toegelicht wordt dat er een steeds bredere kijk op ruimte komt.
- Gevraagd wordt naar de criteria om ecologische ruimtebehoefte te berekenen. Toegelicht wordt dat ingezet wordt op het behoud van ecologische verbindingen. Er zijn diverse invalshoeken waar rekening mee wordt gehouden. Opgemerkt wordt dat men de eerder aangegeven gewenste groenelementen onvoldoende terugziet in het voorliggende plan. Sommigen missen nu nog een centrale plek voor het gehele woongebied en ruimte voor welzijn en recreatie in het gebied, ook voor kinderen.Toegelicht wordt dat dit nog niet in deze mate is aangegeven, momenteel wordt nog naar de hoofdstructuur gekeken.
Thema’s verkeer en recreatie
- De voorliggende varianten worden besproken en onderstaande input wordt gegeven.
- De huidige verkeersdrukte op o.a. de Arnhemseweg wordt gezien als een belemmering. Ook wordt gevreesd voor sluipverkeer door de wijk. Geopperd wordt dan ook om de wijk vanaf de zijkant in te steken.
- Desgevraagd wordt toegelicht dat in het kader van het mobiliteitsplan van de gemeente, er verkeersmetingen worden gedaan aan de Hamersveldseweg. Dit zou inzicht moeten geven in de verkeersintensiteit en de geografische herkomst van de voertuigen. Dit kan bruikbare input geven in de ontwikkeling. Het streven is overigens om de Hamersveldseweg (vanaf ca. de Grasdrogerijweg naar het noorden) verder af te waarderen voor doorgaand verkeer.
- Gedacht wordt aan het aanbrengen van een knip in de wijk ter voorkoming van sluipverkeer.
- Gevraagd wordt in hoeverre rekening wordt gehouden met de nieuwbouwinitiatieven van omliggende gemeenten. De nieuwbouwinitiatieven worden meegenomen in de rekensommen/verkeerstudie. De provincie is verantwoordelijk voor de provinciale weg en terughoudend met aansluitingen daarop. Gevraagd wordt naar de onderlinge verbinding tussen de drie wijkdelen. Toegelicht wordt dat gestreefd wordt naar een groene en duurzame wijk, waarin wandelen en fietsverbindingen aantrekkelijker worden gemaakt. Uitgangspunt is dat men met de auto bij de woning kan komen, maar dat gemotoriseerd verkeer wordt ontmoedigd.
- Enkele aanwezige belanghebbenden zouden graag een snelle frequente busverbinding willen naar het station van Amersfoort, waarbij het aantal bushaltes in en om de wijk minder belangrijk is. Anderen zijn van mening dat juist het aantal opstappunten in de wijk belangrijk is. De meningen hierover zijn dus verdeeld.
- Opgemerkt wordt dat drempels voor overlast zorgen. M.n. agrarisch verkeer en busjes met aanhangers zorgen voor veel overlast van geluid en trillingen.
- Recreatieve routes: men zou graag een goede doorsteek zien richting de omliggende natuur, zoals Den Treek.
- Alle aanwezigen zien het belang van goede verbindingen met het Maximaplein. In Tabaksteeg Zuid zijn geen voorzieningen gepland, juist om het verzorgingsgebied van het Maximaplein te vergroten.
Wrap-up (plenair)
Na afloop van beide sessies komt de groep bijeen voor een plenaire wrap-up en afsluiting.
Thema’s verkeer en recreatie
- Ontsluiting voor de auto: een aantal meedenkers ziet bij voorkeur geen ontsluiting aan de westzijde naar het noorden (Jan Wagenaarlaan), aangezien er al veel verkeer is op de N226. Ook ziet een aantal meedenkers liever geen ontsluiting aan de oostzijde op de Ben Ponbaan vanwege aanwezige natuur. Een aantal meedenkers heeft een voorkeur voor ontsluiting via de Hamersveldseweg, met een extra aansluiting via de Grasdrogerijweg.
- Er is een duidelijke wens om teveel autoverkeer in de wijk te vermijden.
- Voor wat betreft het openbaar vervoer waren de meningen verdeeld. Een groep vindt de toegankelijkheid in de wijk belangrijk en een andere groep benadrukt het belang van een snelle en frequente verbinding naar Amersfoort en wil graag de route om de wijk heen versterken.
- Wandelen en fietsen: hierbij is vooral de behoefte geuit aan goede fietsverbindingen, ook naar bijvoorbeeld Den Treek. Hier ontbreekt het momenteel aan. Wandelverbindingen zouden zoveel mogelijk gescheiden van fietsverbindingen moeten worden aangelegd.
- Door de aanleg van wandel- en fietsverbindingen door het gebied heen, zouden de huidige fietspaden om het gebied heen ontlast kunnen worden.
- Ook is geopperd om de Hamersveldseweg alleen te gebruiken als fietsroute en daarnaast een weg voor autoverkeer aan te leggen.
Thema’s groen, water en natuur
Een korte samenvatting van de verzamelde input wordt gegeven.
- Er zijn door een aantal aanwezigen duidelijke zorgen geuit over het water; men wil dat hier goed naar wordt gekeken.
- Voor wat betreft het groen is door een aantal meedenkers gevraagd goed te kijken naar plannen die al zijn ingediend, verwezen wordt naar de bestaande problemen voor wat betreft spelen en recreëren in de Tabaksteeg en de Julianasteeg.
- Indien bestaande houtwallen en het bosje behouden blijven, heeft dat instemming van meedenkers.
- Een aantal meedenkers adviseert om relatief extensief te bouwen, zodat er ook ruimte blijft voor andere functies in het gebied.
- Ook het belang van de verbinding met het groen in de omgeving werd naar voren gebracht. Het groen is ook ondersteunend aan de verbinding tussen mensen.
Vragen / opmerkingen tot besluit
- Een van de meedenkers merkt op dat steeds wordt gesproken over de nieuwe wijk, maar zij verzoekt om ook de huidige omliggende bewoners goed mee te nemen, evenals het groen in de Tabaksteeg.
- Gevraagd wordt naar de toetsing en onderbouwing van de verschillende keuzes die worden gemaakt in het stedenbouwkundig plan, voordat dit aan het college wordt voorgelegd. Van Telgen licht toe dat het stedenbouwkundig plan mede gekoppeld is aan de resultaten voortkomend uit de verschillende onderzoeken die worden gedaan. Gevraagd wordt of het stedenbouwkundig plan gelijktijdig wordt gepresenteerd aan het college en aan alle betrokkenen. Van Telgen geeft aan dat het concept plan naar verwachting al bij de bijeenkomst in december aan belanghebbenden zal worden gepresenteerd, dus voorafgaand aan behandeling in het college.
- Een van de belanghebbenden verwijst naar de voorzieningen, en dan m.n. het bestaande winkelcentrum. Hij merkt op dat eerder is aangegeven dat de financiën 6 voor aanpassingen aan het Maximalplein deels uit het nieuwe plan zouden komen. Dit zou in het totale plan moeten worden meegenomen, te zien als een soort bovenwijkse voorziening. Van Telgen bevestigt dat het Maximaplein in onderzoeken i.h.k.v. Tabaksteeg Zuid aan bod komt, maar dan gericht op bijvoorbeeld de verkeerskundige effecten van het plan. Het ontwikkelen van een visie op (en inhoudelijke uitwerking van) het (toekomstige) functioneren van het winkelcentrum ligt niet op deze tafel, maar is een parallel traject. Gevraagd wordt om hiervoor aandacht te blijven houden.
- Van Eijken geeft tot besluit aan dat (de onderbouwing van) keuzes ook gerelateerd is aan de financiële haalbaarheid. Een stedenbouwkundig plan moet niet alleen ruimtelijk, maar ook financieel haalbaar zijn.
Sluiting
Van Telgen bedankt alle aanwezigen voor hun komst en inbreng en om 21.35 uur wordt de bijeenkomst afgesloten.